De drie steden - Eupen, Malmedy en Sankt Vith – vormen ook vandaag nog de bevolkings- en economische pool in Oost-België. Daarnaast hebben er zich kleinere, maar niet minder interessante centra ontwikkeld,  meestal op grond van bepaalde lokale bijzonderheden.

Daarbij mag Oost-België niet als een samenhangend, of versmolten industriegebied worden beschouwd. Door de natuurlijke barrière van de Hoge Venen, een hoogveenlandschap, wordt Oost-België  quasi in twee delen verdeeld (Eupen en Malmedy-St. Vith) die landschappelijk, economisch maar ook qua volksaard sterk van elkaar verschillen.



In de drie centra bevinden er zich totaal verschillende economische activiteitszwaartepunten, waardoor Oost-België zich door een veelzijdig spectrum van bedrijfstakken kenmerkt.

Daarbij komt het feit dat Oost-België  behoort tot de Duitstalige gemeenschap van België, de  Euregio Maas-Rijn en de grootregio Saar-Lor-Lux, die verdere belangrijke componenten zijn voor de verscheidenheid ervan zowel menselijk-cultureel als economisch.

Het is deze veelzijdigheid die voor het Oost-België van morgen de deur opent tot de globale economische ruimte - dynamisch, multicultureel, efficiënt en productief!
Oost-België (met de Duitstalige Gemeenschap) is lid van twee “Euregio’s”:

> de Euregio Maas-Rijn, die Oost-België met een oriëntatie naar het noorden toe omvat
> de grootregio Saar-Lor-Wallonië-DG met een zuidelijke oriëntatie
> Oost-België
> De Duitstalige gemeenschap in België
> Steden en gemeenten